Artikel 4 De trainer en de opdrachtgever/derden

4.1. De trainer gaat geen overeenkomst aan waarin hij een opdracht accepteert welke naar de strek-king of geest in strijd is met deze Beroepscode.
4.2. Met in achtneming van het in deze Beroepscode gestelde en zijn eigen uit de overeenkomst voortvloeiende verantwoordelijkheid, voert de trainer zijn werkzaamheden uit naar beste vermo-gen, in loyaliteit ten opzichte van zijn opdrachtgever, rekening houdend met diens belangen en van anderen die voor de organisatie van de opdrachtgever werkzaam zijn. De trainer is daarbij niet gehouden rekening te houden met de belangen van anderen dan de opdrachtgever en de sporter.
4.3. De trainer zal geen opdrachten – direct of indirect – aanvaarden van anderen dan de opdrachtge-ver of van (de ouders van) een individuele sporter, in wiens opdracht hij werkzaam is.
4.4. Wanneer de trainer meent dat zijn werkomstandigheden, zijn werklast, zijn lichamelijke of geeste-lijke gesteldheid verhinderen de overeengekomen werkzaamheden naar beste vermogen te ver-richten, stelt hij hiervan zijn opdrachtgever en de individuele sporter of het team zo spoedig moge-lijk in kennis.
4.5. De trainer komt – buitengewone omstandigheden daargelaten – zijn overeenkomst met de op drachtgever na tot aan de einddatum. Indien en zodra de trainer ten behoeve van een aansluiten-de overeenkomst met een andere opdrachtgever overeenstemming heeft bereikt, meldt hij dit on-verwijld schriftelijk aan de opdrachtgever.